منتديات محبى سيناء
الصحراء هي من ذهب اليها ذلك الطفل اليتيم الذي اعطى للحياة معنى وقيمة
الصحراء من حضنت نبي الامة محمد عندما كان في احضان السيددة حليمة السعدية فهنيئا لك ايتها.الصحراء يكفيك فخرا ان رمالك كانت تطبع اثار اقدام خير خلق الله ...... استنشق هواءها النقي .. وهناك راى الكل كيف يشع النور من الوجه البرئ .. وجه اجمل طفل منذ ان خلق الله البرية
الصحراء حب يسكن عروق اهلها ....... وماذا يعرف البعيد عنها من اسرار هذا الحب
يشرفنا ترحيبك ويسرنا انضمامك لنا,,,,,,,
فضلا وليس أمراً اضغط دخول إذا كنت مسجل أو اضغط تسجيل إذا كنت غير مسجل ,,اما اذا كنت تريد التصفح فاضغط إخفاء ......

منتديات محبى سيناء
الصحراء هي من ذهب اليها ذلك الطفل اليتيم الذي اعطى للحياة معنى وقيمة
الصحراء من حضنت نبي الامة محمد عندما كان في احضان السيددة حليمة السعدية فهنيئا لك ايتها.الصحراء يكفيك فخرا ان رمالك كانت تطبع اثار اقدام خير خلق الله ...... استنشق هواءها النقي .. وهناك راى الكل كيف يشع النور من الوجه البرئ .. وجه اجمل طفل منذ ان خلق الله البرية
الصحراء حب يسكن عروق اهلها ....... وماذا يعرف البعيد عنها من اسرار هذا الحب
يشرفنا ترحيبك ويسرنا انضمامك لنا,,,,,,,
فضلا وليس أمراً اضغط دخول إذا كنت مسجل أو اضغط تسجيل إذا كنت غير مسجل ,,اما اذا كنت تريد التصفح فاضغط إخفاء ......

منتديات محبى سيناء
هل تريد التفاعل مع هذه المساهمة؟ كل ما عليك هو إنشاء حساب جديد ببضع خطوات أو تسجيل الدخول للمتابعة.

منتديات محبى سيناء


 
الرئيسيةأحدث الصورالتسجيلدخول
حتى نتسم عبير الحريه***حتى لا يصبح الوطن فى مهب الريح***حتى لا ندع قراراتنا فى يد من باعو الوطن وسرقوا مقدراته حتى لا تكون سلبيا شارك فى الانتخابات وأدلى بصوتك لمن يستحق
إداره منتديات محبى سيناء ترحب بكل زوارها الكرام وتتمنى ان ينال الموقع اعجابهم وكل عام وانتم بخير............
تشكر إداره المنتدى الأخ الغالى محمد جعفر على مجهوداته المتواصله فى سبيل الرقى بمنتدانا
يسر إداره منتديات محبى سيناء اعلان العضوه غزل نائب مدير الموقع ولها كافه الصلاحيات مع تمنياتناً بالمزيد من التقدم والتواصل البناء الهادف..........

 

 De delegatie van Quraish bij Abu Talib:

اذهب الى الأسفل 
كاتب الموضوعرسالة
LOVERS SINAI
المدير العام
المدير العام
LOVERS SINAI


عدد المساهمات : 2417
نقاط : 179782
تاريخ التسجيل : 09/08/2010
الموقع : أم الدنيا

De delegatie van Quraish bij Abu Talib: Empty
مُساهمةموضوع: De delegatie van Quraish bij Abu Talib:   De delegatie van Quraish bij Abu Talib: I_icon_minitimeالأحد سبتمبر 12, 2010 5:36 pm

Na het opheffen van het embargo ging alles weer zoals voor het embargo. Het duurde maar een paar maanden of Abu Talib werd erg ziek. Het werd steeds erger, maar hij was dan ook ruim tachtig jaar oud.

De mensen van Quraish wisten al dat hij niet meer zou opstaan.
Zij over-legden en zeiden tegen elkaar: "Zullen we naar Abu Talib gaan en hem vezoeken de zoon van zijn broer aan ons te leveren want straks overlijdt hij, als Mohammed dan iets overkomt dan schelden de Arabieren ons uit. Zij zullen dan zeggen: "Zij hebben gewacht totdat zijn oom overleed en hebben hem daarna pas gegrepen"." Zij vertrokken naar Abu Talib en verzochten hem alsnog de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, tegen te houden zodat hij hun goden met rust zou laten. Abu Talib riep de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, bij hem en vertelde hem wat zij wilden. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: "O oom, ik heb het slechts over één woord, als zij het uitspreken krijgen ze alle Arabieren achter zich en zullen de niet-Arabieren de "djizyah" aan hen betalen" (een belasting die een niet-moslim die zich binnen de islamitische staat vestigt moet betalen,
in ruil voor de bescherming). Zij reageerden verbaasd: "Een woord? Tien zelfs, zeg het maar?". De profeet zei: "Er bestaat geen andere god dan Allah". Zij stonden woedend op en zeiden: "Heeft hij de goden tot één God gemaakt? Voorwaar, dit is zeker een verbazingwekkend iets."

Het jaar van verdriet

Het overlijden van Abu Talib:

De ziekte van Abu Talib werd steeds erger, waarna hij is overleden. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, liep bij hem naar binnen, terwijl Abu Djahl en Abdullah Ibn Abi Umayah bij hem waren, en zei tegen hem:

"O oom, zeg dat er geen god is dan Allah, een uitspraak waarmee ik veel voor je kan betekenen bij Allah." De aanwezige mannen zeiden:"O Abu Talib, wens je de religie van Abdulmuttalib te verlaten?
Zij spraken verder met hem en als laatste heeft hij gezegd: "...de relige van Abdulmuttalib."

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei daarna: "Ik zal vergiffenis voor je vragen, behalve als Allah mij dat af zou raden". Allah, de Verhevene, openbaarde toen:

{ماكان للنبي والذين آمنوا أن يستغفرا للمشركين ولو كانوا أولي قربى من بعد ماتبين لهم أنهم أصحاب الجحيم}

"Het past de profeet en degenen die geloven niet dat zij de veelgoden-aanbidders om vergeving vragen, ook al zijn zij verwanten, nadat het hen duidelijk is geworden dat zij de bewoners van de Hel zijn." [At-taubah: 113].

Ook is in dit verband geopenbaard:

{إنك لاتهدي من أحببت}

"Voorwaar, Jij kunt degene die jij liefhebt geen leiding geven." [Alqasas: 56].

Abu Talib overleed in de maand Radjab (of Ramadan) van het jaar 10 na het gezantschap,
zes maanden na het vernietigen van het verdrag en het opheffen van het embargo. Hij steunde en beschermde de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem. De verkondiging van de Islam heeft onder zijn hoede de tegenwerking van velen kunnen doorstaan, maar hij hield vast aan de religie van zijn voorouders en miste daardoor de gehele voorspoed.

Al'abbas vroeg de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem: "Kon je niets voor je oom betekenen? Hij behoedde en beschermde je". Hij antwoordde: "Hij bevindt zich in een ondiepe laag van de hel, als ik er niet geweest was dan had hij in de laagste verdieping gezeten."

Het overlijden van Khadija:

Voordat het verdriet om de dood van Abu Talib verwerkt was, is de moeder der gelovigen Khadija, moge Allah met haar tevreden zijn,
ook overleden. Dit gebeurde in de maand Ramadan van hetzelfde jaar (10) waarin Abu Talib was overleden; twee maanden en drie dagen later. Zij steunde oprecht de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, in zijn boodschap om de Islam te verkondigen. Ze hielp hem met haar geld en inzet en deelde zijn zorgen.

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: "Zij geloofde in me toen de mensen mij ongelovig waren, zij vertrouwde me toen de mensen vonden dat ik onwaarheden vertelde, zij deelde haar geld met mij toen de mensen mij alles ontnamen en Allah heeft mij aan alleen van haar kinderen geschonken en niet van een andere vrouw."

Van haar goedgunstigheden is er overgeleverd dat de engel Jibriel, vrede zij met hem, tegen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: "O gezant van Allah, daar komt Khadija aan,
ze draagt wat eten of drinken bij zich. Als zij komt doe haar "salaam" (de groeten) van haar Heer en feliciteer haar met een huis van riet in het paradijs, waar noch lawaai noch vermoeidheid bestaat."

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, noemde haar voortdurend en vroeg om genade voor haar en was altijd emotioneel en vol met mededogen als hij over haar sprak. Hij slachtte af en toe een schaap en stuurde het naar haar vrienden. Zij had enorm veel goede karaktertrekken.

Het verdriet stapelde zich verder op:

De beproeving werd de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, te zwaar van de kant van de mensen van Quraish, na het overlijden van zijn oom Abu Talib en zijn vrouw Khadija, moge Allah met haar tevreden zijn. Zij durfden het aan om hem te beledigen en openlijk te kwetsen.
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, werd hierdoor kwetsbaar ondanks het feit dat het minder erg was dan het overleden van zijn oom en zijn vrouw. Het was zo erg dat een dwaze man uit Quraish aarde op zijn hoofd wierp; een dochter van de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, verwijderdde dat terwijl ze aan het huilen was. Hij zei tegen haar: "Niet huilen dochter, Allah beschermt je vader wel". Hij voegde er aan toe: "De mensen van Quraish hebben mij pas na de dood van Abu Talib veel pijn aangedaan'.

Zijn huwelijk met Sawdah en daarna met Aïcha, moge Allah met hen tevreden zijn:

In de maand Shawal, een maand na het overlijden van Khadija, is de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, met Sawdah, dochter van Zum'ah getrouwd. Zij was daarvoor getrouwd met haar neef As-sakraan Ibn Amr,
moge Allah met hem tevreden zijn. Zij behoorden tot de eersten die de Islam omhelsden, zijn naar Alhabasha geïmmigreerd en keerden later terug naar Mekka waar As-sakraan Ibn Amr overleed. Nadat het geoorloofd was om haar te huwen trouwde de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, met haar. Een paar jaar later schonk zij haar beurt aan Aïcha.

Zijn huwelijk met Aïcha, moge Allah met haar tevreden zijn, was ook in de maand Shawal een jaar na zijn huwelijk met Sawdah. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, trouwde met Aïcha in Mekka toen zij zes jaar oud was maar hij trok pas bij haar in toen zij negen jaar oud werd. Zij was de meest geliefde onder zijn vrouwen en de meest geleerde onder de moslim-vrouwen. Zij had talloze goede karaktertrekken en goedgunstigheden.





De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, in Taïf




Onder deze omstandigheden vertrok de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, naar Taïf in de hoop dat de mensen daar zijn boodschap zouden aanvaarden of dat zij hem zouden opvangen en steunen. Hij vertrok lopend samen met zijn slaaf Zaid Ibn Haarithah. De profeet, verkondigde de Islam aan elke stam waar hij langsliep totdat hij Taïf bereikte. Hij benaderde drie broers onder de vooraanstaanden van de stam Thaqief. Hij verzocht hen zich tot de Islam te bekeren en hem in de verdere verkondigning daarvan te steunen, maar zij weigerden het; sterker nog, zij hebben hem zeer slecht behandeld. Hij verliet hen en benaderde andere mensen. Zo ging hij van de ene vooraanstaande naar de andere. Tien dagen lang heeft hij vrijwel alle vooraanstaanden tevergeefs gesproken. Zij reageerden met te zeggen:

"Ga weg uit ons land." Zij hebben hun kinderen,
slaven en de dwazen onder hen aangezet om hem lastig te vallen. Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, wilde vertrekken uit Taïf stonden zij in twee rijen voor hem in de weg, zij begonnen hem te beledigen en gooiden met stenen waarna zijn enkel en voet gingen bloedden.

Zaid Ibn Harithah, moge Allah met hem tevreden zijn, beschermde hem met zijn lichaam, verdedigde hem en raakte gewond aan zijn hoofd.

Zij gingen door totdat de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, aankwam bij de tuin van U'tbah en Chaibah, de zonen van Rabi'ah, drie mijlen buiten Taïf. Hij ging naar binnen waarna zij zich terugtrokken.

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, ging in die tuin zitten onder een druivenboom met zijn rug tegen een muur. Het had hem diep geraakt, hij sprak zijn bekende smeekbede uit:
(اللهم إليك أشكو ضعف قوتي، وقلة حيلتي، وهواني على الناس. ياأرحم الراحمين، أنت رب المستضعفين، وأنت ربي، إلى من تكلني؟ إلى بعيد يتهجمني. أم إلى عدو ملكته أمري. إن لم يكن بك علي غضب فلا أبالي، ولكن عافيتك هي أوسع لي. أعوذ بنور وجهك الذي أشرقت له الظلمات، وصلح عليه أمر الدنيا والآخرة من أن تنزل بي غضبك. أو يحل علي سخطك، لك العتبى حتى ترضى، ولا حول ولا قوة إلا بالله)

"Oh Allah, aan U leg ik de zwakte van mijn eigen krachten voor, mijn beperkte vermogens en mijn hopeloosheid jegens de mensen. U bent de meest Barmhartige, U bent de Heer voor de minder bedeelden en mijn Heer, aan wie laat U mij over? Aan een afgelegen iemand die mij onvriendelijk behandeld of aan een vijand die mij in zijn macht heeft. Als U niet kwaad op mij bent dan trek ik me er verder niets van aan, Uw vergeving is van grotere betekenis voor me. Ik zoek toevlucht bij het licht van Uw gezicht waardoor de duisternis verlicht wordt en waar het wereldlijk leven en het hiernamaals leidraad bij hebben, dat ik niet wordt getroffen door Uw kwaadheid of ontevredenheid. Uw tevredenheid is het hoogste doel en er is noch kracht noch macht zonder Uw steun."
De zonen van Rabi'ah zagen de profeet in deze situatie en kregen medelijden met hem, ze stuurden hem een bosje druiven die door A'ddas, een Christelijke slaaf van hen, werd overhandigd. Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zijn hand uitstak om de druiven aan te pakken zei hij: "bismillah", d.w.z. "in de naam van Allah" en begon ervan te eten. A'ddas zei: "Dat zeggen de bewoners hier niet". De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, vroeg hem: "Waar kom jij dan vandaan en wat is je religie?"

waarna A'ddas antwoordde: "Ik ben een christen uit Ninawa." De profeet zei: "Het dorp van de deugdzame man Yoenus Ibn Mattah." "Wat weet jij over Yoenus Ibn Mattah?" vroeg A'ddas. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: "Hij is mijn broeder, hij was een profeet zoals ik ook ben",
daarop vertelde hij het verhaal van Yoenus, vrede zij met hem, uit de Koran aan A'ddas. Waarschijnlijk is A'ddas later moslim geworden.

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, verliet daarna deze tuin richting Mekka, bezorgd en verdrietig. Bij zijn aankomst in Qarn Almanazil werd hij geschaduwd door een wolk waarin de engel Jibriel zich bevond samen met de engel van de bergen. Jibriel riep de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, toen hij omhoog keek. Jibriel zei: "Allah heeft de engel van de bergen naar u toegezonden opdat die tot uw bevel staat".

De engel van de bergen begroette de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, en zei: "O Mohammed, U behoeft het maar te zeggen. Als u het wenst, klap ik de al'akhchabain over hen heen (de al'akhchabain zijn twee bergen in Mekka; de berg Abu-Qubais en de berg er tegenover)
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, zei: "Ik hoop dat Allah uit hun voortplanting mensen laat voortkomen die Hem alleen en geen met gezellen zullen aanbidden."

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, hoefde niet meer bezorgd te zijn na de komst van de engelen en de steun van Allah. Hij vertrok alweer verder richting Mekka, hij stopte bij Nakhlah en verbleef daar een paar dagen. Tijdens zijn verblijf daar stuurde Allah hem een groep djinn's die naar de Koran luisterden tijdens het ochtendgebed. Na afloop van het gebed vertrokken zij naar hun volk om hen te berichten dat ze gelovig waren geworden. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, had hen niet in de gaten totdat de openbaringen dat bekendmaakten; een paar verzen uit de Koran in soerat Al'ahqaaf en soerat Al-djinn.
Een paar dagen later verliet de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, Nakhlah richting Mekka met de hoop dat Allah, de Verhevene, hem een oplossing zou geven. Hij vreesde ook dat de mensen van Quraish wraak zouden blijven nemen en hem slecht zouden behandelen. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, heeft desondanks voorzorgs maatregelen genomen en is eerst naar de Hira'e-grot gegaan, hij stuurde een man naar Al'akhnas Ibn Chariq om hem te beschermen. Deze heeft zich verontschuldigd omdat hij een bondgenoot was en dus geen bescherming kon bieden. De profeet stuurde vervolgens iemand naar Suhail Ibn Amr, maar deze heeft zich ook verontschuldigd omdat hij van Beni A'amir Ibn Lo'ay was en zij, de mensen van Beni Ka'b Ibn Lo'ay, konden geen bescherming bieden.

Vervolgens stuurde de profeet,
Allah's zegen en vrede zij met hem, iemand naar Almut'im Ibn U'day; hij behoorde tot de stam Beni Nawfal Ibn Abd-Munaf en was de broer van Haashim Ibn Abd-Munaf, de grootvader van de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem. De stam Abd-Munaf is de meest aanzienlijke in Quraish. Almut'im accepteerde het verzoek en heeft zich samen met zijn zoons gewapend en stuurde vervolgens iemand naar de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, waarna de profeet de gewijde moskee binnen is gekomen, rondom de Ka'bah heeft gelopen en het gebed heeft verricht (twee "rak'ah"). Daarna keerde hij terug naar zijn huis terwijl Almut'im Ibn U'day en zijn zoons de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, gewapend beschermden. Almut'im had al in Quraish aangekondigd dat hij Mohammed onder zijn bescherming zou nemen en zij accepteerden dat van hem.
Twistgesprekken van de afgodendienaars en hun herhaalde verzoeken om wonders en tekenen

De afgodendienaars daagden de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, herhaaldelijk uit en verzochten hem wonderen te verrichten. De vooraan-staanden hebben zich op een gegeven moment verzameld in de gewijde moskee voor beraad en stuurden iemand naar de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, om hem te spreken.

De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, hechtte veel belangstelling hen naar het rechte pad te leiden zoals Allah, de Verhevene, heeft gezegd:

{فلعلك باخع نفسك على آثارهم إن لم يؤمنوا بهذا الحديث أسفا}

"En misschien zou jij (O Mohammed) jezelf na hun afwenden vernietigen van verdriet, wanneer zij niet in dit bericht (de Koran) geloven." [Alkahf: 6].
Hij kwam snel naar hen toe met de hoop dat zij zich tot de Islam zouden bekeren. Zij zeiden: "Je vertelt ons dat gezanten wonderen hebben verricht; de stok van Moesa, het dier van Thamoed en Iesa die doden kon laten herleven. Laat ons dan een wonder zien zoals de vorige gezanten."

Zij dachten dat gezanten in staat waren zelf deze wonderen te verrichten en het tijdstip zelf daarvoor te bepalen zoals andere mensen hun gewone daden verrichten. De afgodendienaars stelden de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, voor om de "safaa" in goud te veranderen, de bergen te laten verdwijnen, de grond plat te maken, rivieren te laten stromen of om hun overleden voorouders te laten herrijzen zodat zij konden geloven dat hij een gezant was:

{وقالوا لن نؤمن لك حتى تفجر لنا من الأرض ينبوعا أو تكون لك جنة من نخيل وعنب فتفجر الأنهار خلالها تفجيرا. أو تسقط السماء كما زعمت علينا كسفا أو تأتي بالله والملائكة قبيلا. أو يكون لك بيت من زخرف أو ترقى في السماء ولن نؤمن لرقيك حتى تنزل علينا كتابا نقرؤه}


"En zij zeiden (tegen Mohammed): "Wij zullen jou nooit geloven, totdat jij voor ons een bron uit de aarde doet opwellen * Of jij een tuin met dadelpalmen en druivenstruiken hebt, en dan overvloedige rivieren uit hun midden doet ontspringen * Of jij de hemel in stukken op ons neer doet vallen, zoals jij ons beweert, of jij Allah en de Engelen vr ons brengt * Of jij een huis van goud hebt, of naar de hemel opstijgt, en wij zullen jouw opstijging nooit geloven, totdat jij een boek naar ons neerzendt, dat wij kunnen lezen"." [Al'isra': 90 -93].

Zij toonden zich bereid om zich tot de Islam te bekeren als zou blijken dat de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, in staat was aan hun verzoek te voldoen; "En zij hebben bij Allah dure eden gezworen dat, indien er een Teken tot hen zou komen, zij er zeker door zouden geloven." [Alan'am: 109].
De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, heeft vervolgens Allah, de Verhevene, aangeroepen hen te laten zien wat zij allemaal vroegen. Hij hoopte dat zij daarom alsnog zouden geloven. Jibriel verscheen toen bij de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem. Hij heeft hem de keuze voorgelegd dat Allah, de Verhevene, aan hen de wonderen liet zien waar zij om vroegen. Maar wie daarna nog ongelovig zou blijven, stond een zeer pijnlijke bestraffing te wachten dat geen ander schepsel had gekregen, of dat Allah, de Verhevene, de mogelijkheid openliet tot vergiffenis en genade, maar geen van de wonderen zou verrichten. De profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, koos voor het laatste alternatief: "De poort van vergiffenis en genade."

Toen de profeet, Allah's zegen en vrede zij met hem, deze keuze had gemaakt,
heeft Allah het antwoord voor de verzoeken van de afgoden-dienaars neergezonden. Hij zei:

{قل سبحان ربي هل كنت إلا بشرا رسولا }

"Zeg (O Mohammed): "Heilig is mijn Heer, ik ben niets anders dan een menselijke Boodschapper"." [Alisra': 93].

Hetgeen betekent: "Zeg dat ik niet in staat ben zelf deze wonderen te verrichten want dat behoort toe aan Allah, de Verhevene, en Hij heeft geen metgezellen daarin (d.i. het vermogen om wonderen te verrichten).

Ik ben maar een mens zoals alle mensen en kan dus geen wonderenverrichten, net zomin als andere mensen dat kunnen. Het enige wat mij bijzonder maakt is het feit dat ik een boodschapper ben en dat ik openbaringen krijg neergezonden. Jullie zijn geen boodschappers en krijgen geen openbaringen. Ik ben niet degene die wonderen kan verrichten, maar Allah, de Verhevene,
kan mijn woorden eventueel bevestigen door ze te laten verschijnen als Hij dat zou willen maar Hij kan dat ook nalaten en dat is alleen maar in jullie voordeel."

Allah, de Verhevene, heeft deze betekenis benadrukt in soerat Alan'am:

{قل إنما الآيات عند الله وما يشعركم أنها إذا جاءت لايؤمنون}

"Zeg: "Voorzeker, alle Tekenen zijn bij Allah. En wat zal jullie doen weten, dat als er eenmaal (een Teken tot hen) kwam, zij niet zouden geloven"." [Alan'am: 109].

De profeten en gezanten zijn niet degenen die deze wonderen verrichten maar Allah, de Verhevene, is degene die ze laat verschijnen. Als Allah, de Verhevene, door middel van deze gezanten wonderen laat plaatsvinden, dan is het om hen te vereren en steun te betuigen zodat hun gezantschap bevestigd wordt.

Allah, de Verhevene, heeft duidelijk laten weten dat de afgodendienaars ook in het geval dat zij deze wonderen zouden zien,
zij toch nog ongelovig zouden blijven, ondanks het feit dat zij dure eden hadden gezworen om in dat geval wél te gaan geloven. Allah, de Verhevene, heeft in dit verband gezegd:

{ولو أننا نزلنا إليهم الملائكة وكلمهم الموتى وحشرنا عليهم كل شيء قبلا ما كانوا ليؤمنوا إلا أن يشاء الله ولكن أكثرهم يجهلون }

"En al zouden wij Engelen tot hen neergezonden hebben en zouden de doden tot hen gesproken hebben en zouden Wij alle zaken (die Mohammad's Profeetschap bewijzen) voor hen verzameld hebben, dan nog zouden zij niet geloven, tenzij Allah het wilde, maar de meesten van hen zijn onwetend." [Alan'aam: 111].

Allah, de Verhevene, heeft ook gezegd:

{ولو أن قرآنا سيرت به الجبال أو قطعت به الأرض أو كلم به الموتى بل للهالأمر جميعا أفلم ييأس الذين آمنوا أن لو يشاء الله لهدى الناس جميعا }
"En als er een oplezing (een geopenbaard boek) zou zijn, waardoor de bergen verplaatst worden of de aarde gespleten werd of de doden zouden kunnen spreken (dan zou dat deze Koran zijn). Maar bij Allah berusten alle zaken. Weten degenen die geloven niet, dat als Allah het zou willen, Hij zeker alle mensen geleid zou hebben?" [Ar-ra'd: 31].

Allah, de Verhevene, verwees in deze verzen naar Zijn handelwijze; zodra de mensen een teken of een wonder vragen en niet geloven als dat plaats-vindt, dan wordt hun bestraffing niet langer uitgesteld. De handelwijze van Allah, de Verhevene, verandert niet. Hij wist dat pas later de meeste mensen van Quraish gelovig zouden worden, vandaar ook dat Hij, de Verhevene, de tekenen waarnaar zij hebben gevraagd niet aan hen liet verschijnen.
الرجوع الى أعلى الصفحة اذهب الى الأسفل
https://saadhamdy.yoo7.com
 
De delegatie van Quraish bij Abu Talib:
الرجوع الى أعلى الصفحة 
صفحة 1 من اصل 1

صلاحيات هذا المنتدى:لاتستطيع الرد على المواضيع في هذا المنتدى
منتديات محبى سيناء :: this is Mohamad :: Nederlands-
انتقل الى: